Joost Dourlein, geboren op 08-04-1911 te Vrouwenpolder als zoon van Adriaan Dourlein en Johanna Katharina de Voogd. Overleden op 29-02-1980 te Oss.
Gehuwd op 24-11-1938 te Amsterdam met Suzanna Couzij.
Opmerking: Volgens register Joost Dourlein geb.8-4-1911 Vrouwenpolder z.v. Adriaan Dourlein en Johanna Katharina de Voogd, overl. 29-02-1980 te Oss. Volgens Geboorteakte Joost geb.8-4-1911 Vrouwenpolder z.v. Adriaan Dourlein en Johanna Katharina de Voogd. (broer RMWO4 No 5652)
Nederlandse Dienst
12-09-1928 Marinier 3e klasse Korps Mariniers Rotterdam
01-02-1938 Korporaal Korps Mariniers
26-07-1944 2e Luitenant Korps Mariniers
26-07-1945 1e Luitenant Korps Mariniers
01-08-1948 Kapitein Korps Mariniers
12-1950 geëmbarkeerd Amsterdam a/b Particulier Stoomschip Boskoop
13-01-1950 Commandant Kamp Savaneta op Aruba
03-10-1951 RMWO 4de klasse KB 03-10-1951 No 29
08-01-1954 overgeplaatst naar Curaçao
01-10-1955 Majoor Korps Mariniers KB 03-11-1955 No 214
01-05-1959 eervol ontslag KB 08-04-1959 No 46
Oorlogsherdenkingskruis
1940 t/m 1945 Nederland. 2e Wereldoorlog. Krijgsverrichtingen in mei 1940.
Als Marinier verdedigde hij in mei 1940 de omgeving van Rotterdam met enige vitale bruggen. Na de capitulatie vluchtte hij via België en Frankrijk naar Engeland en werd geplaatst op verschillende Engelse oorlogsschepen.
1941 t/m 1945 Nederlands-Indië. 2e Wereldoorlog. Krijgsverrichtingen tegen Japan.
In 1942 werd hij gedetacheerd bij het US Marine Corps en vertrok met deze brigade naar Indië. Nadat Nederlands-Indië capituleerde hield zijn eenheid de strijd op Timor tegen de Japanners nog enige tijd vol, totdat ze met de H.M. Torpedoboot Tjerk Hiddes naar Australië werden geëvacueerd.
1945 t/m 1950 Nederlands Indië. Java. Indonesische Onafhankelijkheidsstrijd. Krijgsverrichtingen op Oost-Java.
Van mei 1946 tot december 1947 als Compagniesommandant van het 3e Infanteriebataljon Mariniersbrigade actief in Oost-Java en betrokken bij meer dan 100 acties uit waaronder amfibische landingen.
Van december 1948 tot april 1949 Commdant van de Militaire Plitie van de Mariniers in Midden-Java.
Benoemd tot Ridder der 4e klasse van de Militaire Willems Orde bij Besluit van Hare Majesteit van 8 oktober 1951 No 20 wegens:
Het zich in de strijd hebben onderscheiden door uitstekende daden van moed, beleid en trouw als commandant van een infanteriecompagnie van het 3e infanteriebataljon van de mariniersbrigade in het tijdvak van mei 1946 tot december 1947 in Oost-Java. in het bijzonder door in dit tijdvak een zeer groot aantal zuiverings-, verkennings- en beveiligingspatrouilles in de door terroristen bezette gebieden persoonlijk te leiden en uit te voeren, waarbij hij door zijn onverschrokkenheid, enthousiasme, bekwaamheid en opgewektheid zijn ondergeschikten tot bijzondere prestaties wist te brengen.
Mede dank zij zijn snel besluiten tot doortastend handelen, terroristische benden herhaaldelijk weten te overrompelen en met gevoelige verliezen op de vlucht te drijven, zich daarbij te allen tijde bij aanvallen aan het hoofd van zijn troep te plaatsen en zich steeds daar te bevinden, of zich daarheen te begeven, waar het gevaar het grootst en het gevecht het hevigst was.
Door zijn persoonlijk overwicht, voortreffelijk voorbeeld en uitmuntend beleid, ook onder de moeilijkste omstandigheden, het moreel van zijn troep steeds hoog te houden, waardoor het mogelijk was dat, met slechts zeer geringe verliezen aan eigen zijde, uitzonderlijke resultaten werden bereikt.
Bijlage 1. Telegraaf 01-03-1980 No 28.677 Overlijdensbericht
Bijlage 2. Amigoe 25-04-1980 No 95 Overlijdensbericht